Terug naar nieuwsoverzicht 19 maart 2021

Schone hotels én schone handen

Code, CNV, inspectie, hotels en schoonmaakbedrijven werken samen

Al jaren kijken verschillende partijen met argusogen naar de hotelschoonmaak. Het gaat daar namelijk nog weleens mis. Dat werd afgelopen najaar, midden in de coronapandemie, nog eens pijnlijk duidelijk door een reportage van tv-programma Kassa, waarin bleek dat de hygiëne in de onderzochte hotelkamers te wensen overliet. Reden voor de Code Schoonmaak, inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), vakbond CNV, hotels én schoonmaakbedrijven om de handen ineen te slaan.

“Hotelschoonmaak is een sector die bijzondere aandacht vraagt”, begint Jan Kampherbeek, bestuurder bij vakbond CNV. “We kregen een aantal jaar geleden enorm veel klachten van mensen die als housekeeper in hotels werken. Reden voor ons om daarin te duiken.” Dat heeft inmiddels al geleid tot verschillende initiatieven, waaronder het uitdelen van Gouden Emmers en Natte Dweilen, en een gloednieuwe Consumentenwijzer.

Bezuinigen op personeelskosten

Waarom gaat het vaak mis bij hotels? Kampherbeek: “Doordat er zo laag wordt ingeschreven. Er zijn als schoonmaakbedrijf twee dingen waar je op kunt scoren: een goede naam of een lage prijs. Als jij in Nederland nog nooit iets gepresteerd hebt en dus nog geen goede naam hebt opgebouwd, dan begin je bij een klein hotel voor een enorm lage prijs. Schoonmaak is mensenwerk en de grootste kostenpost is het personeel. Dus hoe kun je goedkoper zijn? Door per kamer te betalen, door je medewerkers op te jagen, door niet op te leiden… Noem maar op.”

“Er zijn als schoonmaakbedrijf twee dingen waar je op kunt scoren: een goede naam of een lage prijs”

Nieuwe spelers van buitenaf

Het zijn dan ook met name die kleine, nieuwe schoonmaakbedrijven waar het vaak misgaat, ziet de CNV-bestuurder. “Het gaat om nieuwe spelers die van buitenaf komen en ‘de markt willen veroveren’ door op de laagste prijs te gaan zitten. Vooral in Amsterdam, waar onze focus ligt, zien we dat er steeds nieuwe schoonmaakbedrijven op de markt komen. Die bedrijfjes werken vooral met arbeidsmigranten, bijvoorbeeld uit Oost-Europa. Deze mensen beheersen de taal niet, kennen de Nederlandse Arbowetgeving niet en weten niet hoe zaken hier geregeld horen te zijn. Het enige wat deze bedrijven doen, is nóg weer lager inschrijven. Daar wordt de situatie niet beter door.”

“De lonen die zijn afgesproken in de cao-schoonmaak, zijn een minimum”, gaat Kampherbeek verder. “Je mag natuurlijk meer betalen. Bijvoorbeeld als financiële prikkel om personeel bij je te houden of om ze meer te motiveren. Maar in de schoonmaak wordt dat niet gebruikt. Dat minimum van de cao wordt als maximum gezien. Dat komt doordat die concurrentie op prijs zo hoog is, dat je jezelf uit de markt prijst.”

Schone Hotels: preventief versus curatief

De vakbond is niet de enige partij met speciale aandacht voor de hotelsector. Zo houdt de inspectie SZW nauwlettend de vinger aan de pols en lobbyt de Code Schoonmaak bij hotels en schoonmaakbedrijven om de code te ondertekenen. Codevoorzitter Kees Blokland: “Eigenlijk zijn de bestaande initiatieven met name curatief. Dus achteraf, als het al misgaat en het probleem er al is. Zou het niet mooi zijn om preventief, aan de voorkant, op een positieve manier problemen te voorkomen? Vanuit de Code zijn we met dit idee aan de gang gegaan en gingen we op zoek naar partijen die hier ook belang bij hebben.” Daaruit is de actiegroep Schone Hotels ontstaan, waar de inspectie SZW, vakbond CNV, maar ook hotels en schoonmaakbedrijven bij zijn aangehaakt.

“De uitzending van Kassa was voor ons eigenlijk de druppel”, vervolgt Blokland. “Daar werd gesignaleerd dat een aantal hotels echt niet goed worden schoongemaakt. Het primaire product stond dus opeens ter discussie. Vandaar de naam Schone Hotels. Enerzijds vanwege de aandacht voor de kwaliteit van het primaire product: de schoonmaak. En daarmee ook de veiligheid in coronatijd. Anderzijds vanwege de schone handen van de aangesloten partijen. Doordat zij hun zaken op een goede, professionele manier organiseren in plaats van allerlei malafide praktijken.”

Verborgen armoede aanpakken

Ruud van Swieten is commercieel directeur bij schoonmaakbedrijf CSU, bestuurslid van de Codekamer Schoonmaak en Glazenwassers en één van de initiatiefnemers van Schone Hotels. “Zo’n uitzending van Kassa is beschamend voor de hele schoonmaakbranche. Dat beeld strookt absoluut niet met een professionele bedrijfsvoering zoals niet alleen wij, maar veel van onze collega-schoonmaakbedrijven die samen met de hotels organiseren. Daarbij komt dat de schoonmaak al hinder heeft van een negatief imago doordat het een dienstbaar beroep is. Het vuil van een ander opruimen, wie wil dat doen? Zo wordt ernaar gekeken. Met de actiegroep kunnen we weerstand bieden aan dit soort negatieve publiciteit. Maar dat is niet waar het in de kern omdraait. We willen de wantoestanden aanpakken, want die zijn er zonder meer. Er zit veel verborgen armoede in de sector.”

Moedwillig malafide of onbewust onbekwaam

Volgens Blokland en Van Swieten zijn er feitelijk drie groepen waarbij het misgaat. “Je hebt een aantal hotels die de schoonmaak in eigen beheer doen en praktijken bezigen waar de honden geen brood van lusten. Die alle cao-afspraken tarten door per kamer te betalen en hun mensen zodanig onder druk zetten dat ze praktisch monddood zijn”, vertelt Van Swieten.

De tweede groep bestaat uit wat de heren ‘koppelbazen’ noemen. “Die stellen zich te boek als schoonmaakbedrijf, maar volgen voor een deel van hun bedrijfsvoering – en dan zeg ik het nog netjes – absoluut niet de cao en wet- en regelgeving. En daarnaast heb je ook nog de onbewust onbekwamen. Dit zijn de organisaties, zowel hotels als schoonmaakbedrijven, die zich niet bewust zijn van het feit dat ze het niet goed doen.”

Sjoemelen loont niet

“It takes two to tango. Dat is in alle gevallen belangrijk te onthouden”, vervolgt de commercieel directeur. “Als koppelbaas kun je best wat illegalen verzamelen om als een soort slaven voor je te laten werken. Maar je moet ook klanten hebben die daarvoor openstaan. Ik zie vooral de offerteaanvragen van bonafide hotels, maar weet dat er een onderstroom is van hotels die rechtstreeks op prijs inkopen. Hierbij staat men bewust voornoemde kwalijke praktijken toe. Dan denk ik: dat is niet onbewust onbekwaam. Dat is voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten en weten waar je de mosterd moet halen.”

“Als je niet op kwaliteit stuurt, dan koop je op de langere termijn rotzooi”

Blokland voegt daaraan toe: “Je ziet echt grote verschillen tussen de hotels die heel bewust op kwaliteit sturen, ook bij hun dienstverleners, en de hotels die puur op prijs sturen. Wij proberen de hotels duidelijk te maken: als je niet op kwaliteit stuurt, dan koop je op de langere termijn rotzooi. Dat moet je niet willen. Niet alleen moreel gezien, maar zeker ook zakelijk gezien. Op de lange termijn loont het voor jouw hotel niet om te sjoemelen of te rotzooien. Uiteindelijk gaat het ten koste van jouw product of dienst. Dan heb je geen toekomst meer. Als ondernemer is het echt in je eigen belang om dit goed te willen regelen.”

Zo kan het dus ook

Op een positievere noot: “Bij veel hotels is de schoonmaak prima geregeld. Daarnaast denken we dat een groot deel van de organisaties waar het toch misgaat, het wel op de goede manier wil doen, maar simpelweg niet weet hoe dat moet. Het is onze missie om hen bewust te maken van de mogelijkheden, om hen het pad te wijzen: zo kun je het op een goede manier doen. Op zo’n manier dat je niet alleen de kwaliteit garandeert, maar ook schone handen hebt. En dat levert je ook echt wat op”, aldus Blokland.

Weer een keurmerk is daarvoor niet de oplossing, zijn de heren het eens. Eerder aansluiten bij een gerenommeerd keurmerk en/of een soort addendum op de Code, speciaal voor hotels en hotelschoonmaakbedrijven. Van Swieten: “Zodat je als hotel op de gevel niet alleen je vier sterren hebt hangen, maar ook het schildje van de Codecommissie. Waardoor iedereen snapt: daar hebben ze de schoonmaak op de juiste manier georganiseerd. Want we willen ook de consumenten bewuster maken.”

Fatsoenlijk tarief scheelt anderhalve euro

“Ik hoop dat we het belang van het schoonmaken van hotels bij de consumenten meer in de aandacht kunnen krijgen. De mate van schoon is enorm belangrijk voor de beleving van een hotel. Alleen die schoonmaak is niet zichtbaar. Dat gebeurt in afwezigheid”, zegt Blokland.

De eerste actie om de consument erbij te betrekken, komt vanuit CNV met de Consumentenwijzer. Kampherbeek: “Het verschil tussen een wel fatsoenlijk tarief voor de schoonmaak per kamer en een niet fatsoenlijk tarief is anderhalve euro. Dat is bijna niks. Helemaal niet als je bedenkt dat een gemiddelde hotelkamer al snel honderd euro per nacht kost. Die anderhalve euro maakt voor de consument dus echt niet het verschil. Terwijl ik wel geloof dat de consument het belangrijk vindt om netjes met hun medemens om te gaan en niet bij te dragen aan uitbuiting. Vandaar dat we de Consumentenwijzer hebben opgericht. Dat is een duidelijk overzicht van bedrijven die het wél goed doen, maar ook van de bedrijven waarvan we zeker weten dat zij het níet goed doen. Zodat de consument deze wetenschap mee kan nemen in de keuze voor een hotel.”

“Het verschil tussen een wel fatsoenlijk tarief voor de schoonmaak per kamer en een niet fatsoenlijk tarief is anderhalve euro”

Alhoewel de meeste hotels en hotelschoonmaakbedrijven hun zaken netjes op orde hebben, is er nog steeds veel winst te behalen in deze sector. Want het gaat absoluut nog weleens mis, daar waar prijs het toch nog wint van kwaliteit. Terwijl daar uiteindelijk niemand beter van wordt. De medewerkers sowieso niet, maar ook de hotels, schoonmaakbedrijven én consument niet. Vandaar dat de Code Schoonmaak de handen ineenslaat met vakbond CNV, inspectie SZW, maar ook met hotels en schoonmaakbedrijven. Om samen te werken aan dat ene doel: schone hotels. Én schone handen.

Lees het oorspronkelijke artikel op de website van Service Management.